archief / Dief van Liefde

dief van de liefde

Een theatrale en muzikale verbeelding van de liefdesthematiek uit het werk van Hugo Claus, waarin de taalrijkdom van zijn teksten centraal staat.

Geïnspireerd door de diversiteit aan genres en stijlen in Claus’ uitgebreide oeuvre van poëzie, proza en toneel is Dief van Liefde een collage van gezongen poëzie, scènes en muziek.
De taal in de voorstelling is afwisselend heftig, rauw, dierlijk en erotisch, maar ook teder en kwetsbaar, net als de muziek, die live uitgevoerd wordt door Paul Prenen aan de piano en klarinettist Michel Marang. De voorstelling is een compositie van alle fasen van Claus’ schrijverschap. De Gebroeders Flint toont het werk van Claus als een contrast tussen de wrangheid en de hatelijkheid tegenover de lyriek van de liefde.

Recensie TrouwIdee & script: Felix Strategier, Stef van den Eijnden
Muziekcomposities: Paul Prenen
Spel: Stef van den Eijnden, Felix Strategier, Agnes Bergmeijer, Jeanette Huizinga
Muzikanten: Michel Marang, Paul Prenen
Regie: Wim Meuwissen

Recensie in de Trouw
3 maart 1997, door Hans Oranje

Gebroeders Flint soepel met Claus

De literaire wintersalon die De Gebroeders Flint al een jaar of tien voor hun bezoekers houden, valt dit jaar aan het eind van de winter. Terwijl lauwe stormwinden en voorjaarsregens over ons stuiven, bezingt Flint de liefde aan de hand van fragmenten uit het oeuvre van Hugo Claus: toneel, poëzie en romans. En dat niet in het kleine eigen theatertje De Roode Bioscoop, waar een grote kachel in de pijpenla van de foyer de natte jassen een klamme lucht deed uitslaan, maar in een echt theater, Bellevue. Flint is nu geheel en al salonfähig geworden.

Enige weemoed naar dat krakkemikkige verleden roept “Dief van liefde, muziektheater naar Hugo Claus” wel op. In bijna veertig “nummers” pakt Flint, soepel en strak geregisseerd door Wim Meuwissen, Claus’ sensualiteit theatraal voor ons uit met korte, geestige dialogen, dansjes en aanstekelijke zangstukken. Alle nummers lopen zo gesmeerd in elkaar over, dat je van al die ronde billen en borsten wat scheel gaat kijken op den duur, en bij “Terwijl je als een boomgaard in juli zwelt en bloeit”, denkt: ja, dat zal wel. Het is wellicht het onvermijdbaar lot van de gebroeders, Felix Strategier en Stef van den Eijnden, dat na bijna twintig jaar voorstellingen maken, de voelbare fascinatie voor hun schrijvers (bijvoorbeeld Jean Cocteau of J.J. Slauerhoff) wat vlakker en geroutineerder wordt. Een regel van Claus als “Pel mij als een garnaal” mist nu eenmaal de stille wanhoop van een Paul van Ostaijen of Nescio, al had Van den Eijnden soms nog wel die beteuterde blik van weleer.

Paul Prenen componeerde de muziek en voert die met klarinettist Michel Marang uit, van provocerend-vrolijk getetter tot parodiërend hymnische zang in “Hij doet dat niet met het ding waarmee hij samenwoont”. De twee gastactrices zijn Agnes Bergmeijer en Jeanette Huizinga. Beiden hijsen zich in bewonderenswaardige vaart in de ene na de andere wervelende japon van kostuumontwerpster Maria van der Woude: ook dat geeft de voorstelling een onFlintse vluchtigheid. Daarentegen is het decor van Bert van der Sluijs van een fraaie klassieke kitsch, en op zichzelf een mooi commentaar op Claus, die zich zo sterk door de klassiek oudheid laat inspireren: roze zuiltjes met tule omhangen als een kleedhok midden op het toneel, en verder een grote verzameling brokstukken van zuilen, vaak noch verpakt in de bekisting waarmee ze van de marmergroeve zijn getransporteerd. “Dief van liefde” is een aangenaam ogende en prettig te beluisteren collage van Clausteksten met een lage onuitwisbaarheids-factor.